- Een werknemer van de Hogeschool Rotterdam die zou hebben gelogen over zijn re-integratietraject, is onterecht op staande voet ontslagen.
- Dat oordeelt de Rotterdamse kantonrechter, zo blijkt uit een afgelopen week gepubliceerd rechtbankverslag.
- Ontslag op staande voet was volgens de rechter te verregaand. De werkgever had ook naar een maatregel zoals een tijdelijke loonstop kunnen grijpen.
- Lees ook: UvA moet €44.000 transitievergoeding en €85.000 ‘billijke vergoeding’ betalen aan hoogleraar in zaak rond vermeend grensoverschrijdend gedrag, oordeelde rechter
Een medewerker van de Hogeschool Rotterdam is onterecht op staande voet ontslagen, omdat hij zou hebben gelogen over zijn gesprekken met een re-integratiekantoor. De man krijgt exclusief rente ruim 14.700 euro bruto.
Dat besluit heeft een Rotterdamse kantonrechter eind juli genomen, blijkt uit een afgelopen week gepubliceerd rechtbankverslag op Rechtspraak.nl.
De man had een alcoholverslaving en meldde zich na verloop van tijd ziek bij zijn werkgever. Het was de bedoeling dat hij een re-integratietraject zou volgen bij een specialistische organisatie. De werknemer zou in maart tegen de Hogeschool hebben gezegd dat hij hiervoor een intakegesprek had gevoerd, maar niet kwalificeerde voor een specifieke behandeling.
De Hogeschool besloot het na te vragen bij het re-integratiekantoor, dat zou hebben geantwoord dat de man überhaupt nooit een intakegesprek heeft gevoerd. Zo’n gesprek zou “minimaal drie keer” niet door zijn gegaan, omdat de man geen verwijzing zou hebben geregeld of “zonder geldige reden” niet zou zijn verschenen.
Ook zou de man niet zijn komen opdagen bij een consult met de bedrijfsarts en een gesprek met een arbeidsdeskundige.
Man wilde niet zelf voor kosten opdraaien
De Hogeschool verweet de ex-werknemer vooral dat deze niet eerlijk is geweest en zijn re-integratie vertraagde. De werknemer weerspreekt deze lezing. Hij stelt dat hij het re-integratietraject niet zag zitten, omdat hij een maand van huis zou zijn en zelf voor de kosten zou mogen opdraaien.
De Hogeschool vond echter dat de man hierdoor maandenlang thuiszat zonder tegenprestatie. Hij had bijvoorbeeld kunnen werken aan zijn re-integratie of aangepast werk uit te voeren.
De werkgever had in maart aanvankelijk een loonstop aangekondigd voor de medewerker, maar dat veranderde na enkele weken in ontslag op staande voet. Wel bleek dat verantwoordelijke medewerkers van de Hogeschool Rotterdam merkten dat het niet goed ging met de man. Zo zeiden ze tegen de collega dat ze hem er "niet goed" vonden uitzien dat het leek alsof hij moeite had om om uit z'n woorden te komen en te praten.
Ontslag op staande voet te verregaand
Het ontslag op staande voet is volgens de kantonrechter een te verregaande maatregel. Om zoiets te rechtvaardigen, moet er een dringende reden zijn tot ontslag en die ontbrak, volgens de rechter. De Hogeschool had voor het vermeende verzuim het loon "kunnen (en moeten) opschorten", aldus de rechter.
De man heeft recht op een bruto vergoeding van zo'n 11.155 euro plus rente. Dit is gelijk aan drie maanden werk, de opzegtermijn die gewoonlijk geldt voor een contract. Daarnaast krijgt hij een bruto transitievergoeding van zo'n 3.576 euro, omdat hem geen "ernstig verwijtbaar handelen" is aan te rekenen.